Voor ruiters en jachthonden lijkt er niets avontuurlijker dan een slipjacht. Het samenspel tussen mens, dier en natuur is een fantastisch schouwspel. Vorige week vormde Zweeloo weer het decor van de traditionele slipjacht, die eindigde bij de ‘kill’ aan de voet van de Jantina Hellingmolen, waar de honden zich – als beloning voor hun inzet – tegoed deden aan runderpens.
Joop Timmer van jachtcomité Zweeloo in zijn nopjes
Joop Timmer van het organiserende jachtcomitè Zweeloo is dan ook in zijn nopjes. Ondanks zijn verbale kwaliteiten heeft hij weinig woorden nodig om duidelijk te maken hoe mooi een slipjacht is. “De beelden spreken voor zich. Niet alleen de entourage, maar vooral de samenwerking tussen de ruiters en de meute honden, is ronduit spectaculair. Op dit landschappelijk parcours is het nog eens extra genieten.”
In totaal namen veertig ruiters en een meute jachthonden van de Koninklijke Nederlandsche Jachtvereniging (KNJV) deel aan de slipjacht. Ze volgden een geurspoor dat door de omgeving van de voormalige gemeente Zweeloo was getrokken.
Bij de Jantina Hellingmolen kreeg de meute honden na afloop van de slipjacht een vorstelijke traktatie in de vorm van runderpens. De vos is dan weliswaar nep, de pens smaakte opperbest. (Foto: Wybrich KNJV)
Prima jachtweer
Omstreeks 13.00 uur verzamelden de in rode jachtrok geklede ruiters zich bij de brink in Zweeloo voor de officiële start. Net als vorig jaar toont Joop Timmer zich erg tevreden over het verloop van de jacht. “De route was goed begaanbaar en bovendien onder aangename temperaturen prima. Ondanks dat de regenmeters de afgelopen weken volliepen bleek de bodem van de landerijen in goede conditie en bleef het veld mooi bij elkaar.”
Zoektocht
Het jachtcomitè Zweeloo koos dit keer voor een route door het buitengebied van Zweeloo, Benneveld, Aalden en Meppen. “Voor een slipjacht een ideaal domein met mooie sloten, wallen en andere elementen. We voelen ons daarbij gesteund door de landeigenaren die toestemming gaven om met de meute over hun landerijen te gaan. Doordat we heel zorgvuldig met het landschap en de landerijen omgaan, werkt iedereen graag weer mee.” Een traditie die je volgens Joop Timmer in ere moet houden.